Wandelnetwerk Noord-Holland

Lange tijd bestonden grote delen van Westfriesland uit uitgestrekte moerasbossen. Die bestonden uit veenmos en heide met elzen, wilgen en berken. Bewoning was er nauwelijks, het was te nat om er iets te verbouwen. De namen van de huidige dorpen herinneren nog aan die tijd: Midwoud, Oostwoud, Nibbixwoud. Vanaf de middeleeuwen maakten de wouden plaats voor akkers, later weilanden. Oorspronkelijk lag Midwoud waarschijnlijk iets noordwestelijker dan nu. Het huidige dorp ontstond als lintdorp langs de Dorpsstraat en Tripkouw.

• De Woudenroute (rood) verbindt de twee woonkernen Midwoud en Oostwoud. Daartussen lopen aantrekkelijke voetpaden. Langs de Dorpsstraat in Oostwoud staan nog enkele oude stolpboerderijen met hun piramidevormige hoge dak. Onder dit dak was plaats voor de boerenfamilie, het vee, het hooi en de wagens. De route voert ook langs het 18e-eeuwse kerkje van Oostwoud.
• De Gouw- en Welenroute (geel) loopt langs een aantal oude afwateringsloten. In de middeleeuwen groeven de boeren rechte sloten in de lengte en de breedte van hun ontginningsblok om het hoogveen te ontwateren. Aan de achter- en zijkanten wierpen ze kades op om het water uit het nog onontgonnen veen te houden. Sommige kronkelige vaarten, zoals de Hazenweel, hadden al vóór de ontginning een afwateringsfunctie. De Gouw, tussen Wervershoof en Abbekerk, vormde de grens tussen de ontginningen vanuit het noordoosten (Medemblik) en het zuidwesten (Spanbroek).